Homilie 5de zondag vasten – C
In de eerste lezing kondigt Jesaja een nieuwe uittocht aan. Zoals God zijn volk uit Egypte de doortocht door de zee liet maken, zo zal God nu een rivier trekken door de woestijn. Dan zal er ee einde komen aan de ballingschap uit Babyloniƫ. Een groot moment van vreugde! Ik wil eerst even ingaan op het woord ballingschap. Wat roept dat op? Veroordeling, straf, uit de groep, uit de kring worden uitgesloten, ja, zelfs weggezonden worden naar een ander land. Wanneer gebeurt dit? Als er iets fout is gelopen. Als er een misdaad is gepleegd. Dan moet er gestraft worden. Dan wordt een proces gevoerd om te zien wat er allemaal heeft meegespeeld. Hoe is het zo ver kunnen komen? Zijn er verzachtende omstandigheden? Verzwarende? Zo wordt recht gesproken; het kenmerk van een humane samenleving. Want wat zou er gebeuren als er geen processen worden gevoerd? Volkswoede, bloedwraak, opsluiten zonder proces? Soms zijn de misdaden zo groot, dat mensen zeggen: Weet je wat ze daar mee zouden moeten doen? Even hard laten afzien, ze opsluiten en de sleutel weggooien! Toen ik vorig jaar nog les gaf, vonden leerlingen dat van de moorden die Breivik gepleegd had. En nu is er het proces rond Kim De Gelder. Stel je voor dat er daar een milde straf zou worden uitgesproken. Of zelfs geen, zoals we vandaag horen in het evangelieverhaal. Hoe kwaad zouden wij worden? Zouden wij dat rechtvaardig kunnen noemen?
“Vlaming heeft geen medelijden met rokers en drinkers”. Dat stond woensdag in de kranten. Roken en overmatig drinken: dat is slecht voor uw gezondheid. Ondertussen begint de gezondheidszorg in ons land heel veel te kosten. Met de vraag: moet iedereen nog alle zorg krijgen? Moeten we gaan werken met