11de zondag - C
Kan je voor de mensen wel goed doen? Een vraag van alle tijden, want Lucas schrijft daar iets over, net voor het evangelieverhaal van vandaag. Hij beschrijft welke eerste indruk Johannes de Doper en Jezus op de mensen maken. Johannes de Doper eet geen brood en drinkt geen wijn. En de mensen zeggen: dat is niet normaal, die is zeker door een demon bezeten. Jezus eet en drinkt wel. En nu zeggen de mensen: kijk eens wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.” We staan als mensen snel klaar met een kritische opmerking, met een eerste oordeel en een eerste afwijzing. Maar dan missen we waar het Jezus om te doen is.Het evangelieverhaal. Jezus wordt te eten gevraagd, hij gaat binnen in het huis van de farizeeër en gaat aanliggen. De openingscène zien we voor ons. Dan komt het tweede beeld. Een vrouw, een zondares, zeggen ze in de buurt. Zij komt te weten dat Jezus bij de Farizeeër te gast is. Ze pakt balsem, gaat het huis binnen en gaat achter Jezus staan. Ze weent. Dikke tranen rollen naar beneden en druppen op de voeten van Jezus. Ze droogt die tranen met haar haren. Kust en zalft zijn voeten. Weet je wat nu zo raar is aan dit verhaal? Dat ze dat allemaal kan doen, zonder dat Jezus omkijkt. De enige die zicht heeft op wat er gebeurt, is de Farizeeër is. En hij begrijpt Jezus niet. Hij had gehoord dat Jezus een rondreizende profeet is. En daarom had hij hem te eten uitgenodigd. De farizeeër heeft een vooraf gemaakte beeld in zijn hoofd van hoe een profeet is. Een echte profeet had zich al lang omgekeerd en had zich de behandeling door de wenende vrouw niet laten welgevallen. En dus besluit de farizeeër dat Jezus geen profeet is.
Jezus kijkt naar de Farizeeër, ziet wat er in hem omgaat. En hij noemt hem bij zijn naam en zegt: “Simon, ik heb u iets te zeggen.” Dat zinnetje hoort de Farizeeër graag. Want daarvoor nodig je toch een profeet, een wijze, een leraar bij je thuis uit: opdat hij ook een wijs woord tot je zou spreken, dat het een gesprek zou worden, waar je echt iets aan hebt: richting voor je leven. En dus zie je hem heel gretig antwoorden: “Zeg het, Meester”. Maar zijn gezicht betrekt weer even vlug.