zondag 27 februari 2011

POST GEVAT februari 2011 (Braambos Radio)

Brief aan mijn genen

Slaapwandelen? Het zit in de genen. Ontrouw? Het zit in de genen. Appel- of peervorm? Het zit in de genen. Homoseksualiteit? Het zit in de genen. Rijden onder invloed? Het zit in de genen. Spelen met een pop of een auto? Het zit in de genen. ADHD? Autisme? Stotteren? Haantjesgedrag of de neiging om voor iemand te zorgen? Het zit in de genen. Aanleg voor religie: ook daar is een genetische basis voor gevonden.
Op woensdag kopte de wetenschapspagina van de Knack-website dat meisjes geen anorexia krijgen door
het voorbeeld te zien van magere modellen. "Plaatjes kunnen dat niet veroorzaken", zegt neurowetenschapper Dick Swaab. Dat kan alleen ons karakter. En ook de moederschoot spreekt een hartig woordje mee. Kinderen met aanleg voor anorexia kunnen bijvoorbeeld de informatie over de voeding die via de navelstreng komt, niet correct verwerken. Dat maakt dat deze kindjes niet goed kunnen inschatten wanneer ze het baringsproces in gang moeten zetten. En dus worden ze ofwel te vroeg ofwel te laat geboren. Oh help, bedenk ik me meteen. Van mijn kinderen is er geen een op het uitgerekende moment geboren!
Maar zo strak bedoelt de neurowetenschapper het wellicht niet, rem ik mezelf af. Ik ben dus niet immuun voor dit soort van nieuw wetenschappelijk onderzoek. Vroeger deden ouders van alles mis tijdens de latere jaren van opvoeding. Daarna verschoof de aandacht naar wat er misliep tijdens de prille levensjaren. Nu zijn de fouten al aanwezig tijdens de zwangerschap.
Het leven begint inderdaad met het bijeenkomen van twee cellen, die een nieuwe mix van genen maken, en dan cel per cel een mensje bouwen. Je kan geen menselijk leven opbouwen zonder genen. Maar het maakt me moedeloos wanneer het concrete leven, met alle voorvallen, met zijn hoogtes en laagtes, tot die genetische aanleg wordt teruggebracht. Akkoord: geen enkel mens start als een compleet onbeschreven blad. We krijgen wel wat ballast mee van onze voorouders! Erfzonde, weet u wel. En ook akkoord: meer dan we voorheen beseften wordt ons dagelijks doen en laten gestuurd door goed of slecht werkende genen.
Maar mag dit ons tot een hypermoderne vorm van determinisme brengen? Als de genen dan toch in alles doorspreken, waarom nog anders proberen? Een mens niet gemaakt voor trouw? Moet elke poging om een duurzame relatie op te bouwen dan maar meteen worden afgedaan als gedoemd?
Neen, ik ben echt niet bereid op te geven dat we beschikken over vrije wil, over een complex orgaan dat hersenen heet, dat ons toelaat kennis en inzicht te verwerven, ervaringen op te doen en vooral dat ons de mogelijkheid geeft in concrete situaties keuzes te maken. En dat we de dingen zelfs kunnen proberen te herstellen, indien we foute keuzes hebben gemaakt. We kunnen lessen trekken. Vroeg of laat beseffen we welke situaties echt onmenselijk zijn. Vroeg of laat komen we daartegen toch in verzet. Die "en toch"- koppigheid zit ingebakken in het christelijk geloof en ik hoop het van harte: ook in mijn genen.

Gen-egen groet!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten