zondag 17 februari 2013

Omgewoeld worden

Eerste zondag veertigdagentijd c-jaar 2013

Vandaag stappen we echt de vasten in. Ik denk dat we ons deze weg naar Pasen nog lang gaan herinneren. Niet alleen voor de hak en de eerste vruchten van het veld die hier vooraan zijn geplaatst, en echt wel heel goed aangeven wat vasten is: alles eens goed omwoelen. Maar ook omwille van het grote nieuws deze week van paus Benedictus. Een beslissing die de wereld heeft omgewoeld en die de paus zelf ook wel langs alle kanten zal hebben gedraaid en gekeerd. Toch even laten klinken hoe hij beslissing heeft verwoord: “In de wereld van vandaag, die onderhevig is aan vele snelle veranderingen en die dooreen geschud wordt door vragen, die een grote relevantie hebben voor het geloofsleven, is de kracht van lichaam en geest noodzakelijk om het schip van Sint-Petrus te besturen en het evangelie te verkondigen. Die kracht in mij is de voorbije maanden sterk afgenomen, in die mate dat ik mijn onvermogen om deze taak nog naar behoren te vervullen, moet erkennen.”

Als deze woorden vandaag klinken, sluiten ze, volgens mij ook heel goed aan bij de 40-dagen tijd. Want dat is de tijd om door een geschud te worden, een tijd om alles om te woelen, om te zoeken naar de kern van wat we geloven, om zo in soberheid en solidariteit de goede richting uit te gaan. Vandaag zetten we op die weg de eerste stap. De eerste stap zetten, is altijd het moeilijkste, zeggen we. En misschien is het ook daarom dat we vandaag in de lezingen een stevige duw in de rug krijgen.
Onze blik wordt immers niet naar de start gericht, maar naar de aankomstlijn, naar de finish. In de eerste lezing hebben we gehoord hoe Mozes het volk zegt dat het land van melk en honing, en de eerste vruchten van het veld erg nabij zijn. En in de tweede lezing zegt Paulus dat de redding door de Heer Jezus nabij is voor al wie het geloof in Jezus als onze Heer verkondigt met woord én hart. En ik denk dat met het ontslag van de paus er nog een verlangen is bijgekomen: de toekomst van onze kerk. Waar willen we naar toe? Wat moeten we doen? Waartoe worden we eigenlijk geroepen? Dat zijn de vragen waarmee we naar Pasen gaan.

Maar eerst moeten we die eerste stap zetten. En die eerste stap is moeilijk: het is de woestijn ingaan. Woestijn is in de bijbel een heel belangrijke plaats. Het is er leeg, kaal. Je leven is er niet zeker. Dat ondervond het volk van Mozes. Dat ondervindt Jezus. En dat ondervinden wij ook we allemaal, vroeg of laat in ons leven. Allemaal, van groot tot klein, komen we in de woestijn terecht. Allemaal worden we op de proef gesteld. Hoe is dat voor Jezus? De evangelist Lucas begint zo: “In die tijd ging Jezus, vervuld van de heilige Geest, weg van de Jordaan.” Vlak ervoor heeft hij geschreven hoe Jezus werd gedoopt en de geslachtslijst van Jezus opgenomen. Die lijst begint met: Jezus zoon van Jozef en eindigt met zoon van Adam, zoon van God.

Jezus krijgt een heel sterke bevestiging, bij het begin van zijn publieke optreden: jij bent de Zoon van God. Dan denk ik: als je zo’n sterke bevestiging krijgt, dan moet je toch wel echt goesting krijgen om aan de verkondiging van het Rijk Gods te beginnen. Dan vlieg je er toch in? Maar dat is zonder de Geest gerekend. Die leidt Jezus niet naar de mensen, maar naar de woestijn. En Jezus wordt er op de proef gesteld. Waarom is dat nodig. Ik denk omwille van dat "zoon van God zijn" Ik denk dat het gaat om de vraag: hoe ga ik dat aanpakken? Hoe ga ik dat tonen aan de mensen? 

En dan komt de duivel op de proppen en die zegt: als je de zoon van God bent, doe dan eens iets heel strafs… Dat is ongelooflijk slim van de duivel, vind ik. Hoe vaak denken we niet dat gelovig zijn eigenlijk betekent: iets heel straf doen. En hopen wij ook niet vaak dat God eens iets straf gaat doen, dat hij ingrijpt als het zo moeilijk gaat, dat hij grote rampen niet laat gebeuren. Want als God heel duidelijk zou optreden, dan zou het leven en dan zou het gelovig zijn, toch zoveel gemakkelijker zijn. Dat is de eerste bekoring voor Jezus. Maar hij weerstaat er aan. Hij zal geen stenen omtoveren tot brood. Honger is honger. De hardheid van het leven is er, en hij zal die ontlopen. Als zoon van God kiest hij er voor helemaal zoon van mensen te zijn.

Vervolgens wil de duivel hem alle macht geven. Ook die verleiding weerstaat Jezus. Hij wil in alles God, zijn Vader blijven dienen. Tenslotte zegt de duivel dat Jezus zich op handen moet laten dragen. Ja, Jezus zou wel gemakkelijk succes kunnen hebben bij de mensen, als hij keer op keer straffe tekens namens God zou te stellen. Maar hij kiest ervoor God niet op de proef te stellen. In plaats van succes en goedkope bewijzen stelt hij: vertrouwen, over en door alles heen. Zijn kracht zoekt hij niet in al wat hij zelf kan, maar in de kracht van zijn band met God.

En daarmee raken we een kerninzicht van de bijbel. De bijbelse mens beseft dat telkens wanneer je een weg inslaat, los van God, die weg uiteindelijk ten dode zal lopen. We zullen niet gered worden als dat wat wij verkondigen - het geloof in Christus als onze Heer - ook niet ten diepste in ons hart leeft. Als ons hart streeft naar macht, naar succes, naar aanzien bij de mensen, dan worden we weggeleid van God, dan blijven we ronddolen in de woestijn.

Zo nodigt de vasten ons vandaag uit om onze eerste stap te zetten, om ons los te woelen van onze eigen menselijke bedoelingen, en ons te richten op Gods grote droom. Kijk nog een keer naar de aankomstlijn, naar de mooie belofte van het echte, het volle leven, naar de eerste vruchten van het Beloofde Land. En laat ons dan de eerste stap zetten. De hak erin!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten